Uitlevering van Wilders aan Turkije?

Door: Anneloes van Boeijen

Wekelijks wordt over de voorgeschreven literatuur van het vak strafprocesrecht I in het eerste semester geblogd. Deze keer is het internationaal strafrecht met als onderwerp ‘uitlevering’ aan de beurt.

De Turkse president Erdogan heeft eind oktober aangifte gedaan tegen PVV-leider Geert Wilders, nadat hij op twitter een spotprent deelde. Daarop was een cartoon van Erdogan te zien met op zijn hoofd een bom met brandende lont en de tekst ‘terrorist’. Daarop deed Erdogan in Turkije aangifte tegen Wilders. Belediging van het staatshoofd is in Turkije strafbaar en kan een gevangenisstraf van vier jaar opleveren.[1] Aangezien het hier gaat om een misdrijf wat Turkije aangaat, gepleegd binnen het territoir van Nederland, rijst de vraag of Wilders uitgeleverd zou kunnen worden aan Turkije. Wat uitlevering inhoudt en wanneer hiervoor plaats is, zal in deze blog worden besproken.

Voorwaarden uitlevering

Bij uitlevering gaat het erom dat iemand in een land een strafbaar feit pleegt, maar zich daarna niet meer in dat land bevindt. Dat kan zijn omdat hij dit misdrijf, in het geval van Wilders, vanuit een ander land heeft gepleegd. Ook kan het zijn dat iemand het land na het misdrijf ontvlucht. Het land waarin het misdrijf is gepleegd, kan het land waar de verdachte zich bevindt verzoeken hem uit te leveren, zodat deze daar vervolgd/berecht kan worden.[2] Uitlevering ziet alleen op de situatie dat een verdachte uit Nederland naar een land buiten de Europese Unie wordt verwijderd. Binnen de EU wordt van overlevering gesproken en geldt een eenvoudigere procedure op grond van het Kaderbesluit Europees Aanhoudingsbevel.[3] Voor uitlevering (dus buiten de EU) is een uitleveringsverdrag nodig tussen de twee staten.[4] Hierin is geregeld in welke gevallen en onder welke voorwaarden er een verplichting tot uitlevering bestaat. In Nederland geldt de eis van dubbele strafbaarheid: het feit waarvoor uitlevering wordt gevraagd, moet in beide landen strafbaar zijn.[5] Ook mag niet worden uitgeleverd als iemand al eerder voor hetzelfde feit is berecht of als het te lang geleden is gebeurd.[6] 

Beginselen bij uitlevering

Bij uitlevering spelen een aantal beginselen een rol, die voortvloeien uit het volkenrecht.[7] Ten eerste geldt het soevereiniteitsbeginsel, wat inhoudt in dat staten juridisch onafhankelijk van elkaar zijn; de ene staat kan de andere staat niets opleggen. Dit komt tot uitdrukking doordat staten op eigen grondgebied gezag en rechtsmacht hebben. Een vreemde staat mag nationaal strafrecht niet handhaven door iemand op het grondgebied van een andere staat te vervolgen. Om diegene toch te kunnen vervolgen zonder een inbreuk te maken op de soevereiniteit, zal er tussen staten een uitleveringsverdrag moeten worden gesloten. Soevereiniteit brengt ook met zich dat staten gelijkwaardig zijn. Uitlevering geschiedt op grond van het wederkerigheidsbeginsel slechts als de andere staat dat in een gelijkwaardige situatie ook zou doen. Wel gaat Nederland alleen uitleveringsverdragen aan met staten waarin genoeg vertrouwen is in diens strafrechtspleging. Het vertrouwensbeginsel ziet onder andere op de strafbaarheid van het feit, het respecteren van mensenrechten en dat het feit niet is verjaard. Ten slotte vereist het specialiteitsbeginsel dat de opgeëiste persoon na uitlevering alleen wordt vervolgd of berecht voor de feiten waarvoor uitlevering is toegestaan.   

Conclusie

Terug naar de aangifte tegen Wilders. In zijn geval dreigt er geen gevaar voor uitlevering. Ondanks het uitleveringsverdrag tussen de twee landen, zal Nederland Wilders niet uitleveren. In Nederland wordt een Nederlander namelijk niet vanwege een ‘strafbaar feit van politieke aard’ (zoals belediging van een staatshoofd) uitgeleverd.[8] 


[1] J. Kamphorst, ‘Erdogan doet aangifte tegen Wilders: ‘Voor fascisten is geen plek in Turkije’, 27 oktober 2020, trouw.nl; ANP, ‘Uitlevering van Geert Wilders aan Turkije is onwaarschijnlijk’, 27 oktober 2020, nieuws.nl.
[2] Art. 1 Uitleveringswet. 
[3] https://e-justice.europa.eu/content_european_arrest_warrant-90-nl.do
[4] Art. 2 lid 2 Grondwet; Art. 2 Uitleveringswet. 
[5] Art. 5 lid 1 sub a Uitleveringswet. 
[6] Art. 9 Uitleveringswet. 
[7] H. Sanders, Handboek Uitleverings- en Overleveringsrecht, Deventer: Wolters Kluwer 2014, p. 16-20.
[8] Art. 11 Uitleveringswet.