De Kofferbakmoord

Door Iris Verburg

Op 31 maart 2017 werd het levenloze lichaam van de zwaar mishandelde Ralf Mienema gevonden in de kofferbak van zijn eigen auto, waarvan de helft was gezonken in het Stieltjeskanaal. In een poging de oude Mercedes te laten verdwijnen bleef de trekhaak hangen achter een schot, waardoor de auto half in het water bleef hangen. Uit onderzoek bleek dat het slachtoffer meermaals met een zwaar voorwerp op het hoofd was geslagen en was gestoken met een mes. 

In 2018 werd bekend dat het Openbaar Ministerie Noord-Nederland een beloning van 15.000 euro uitloofde voor de gouden tip. Kort daarop werd de 39-jarige Hans O. aangehouden. De verdachte had op dezelfde avond nog telefonisch contact gehad met het slachtoffer. Daarnaast zat zijn DNA op Meinema’s broekzak. Het Openbaar Ministerie eiste 18 jaar gevangenisstraf, maar volgens de rechtbank kon niet bewezen worden dat O. betrokken was bij de dood van Meinema, hoewel daar wel ‘sterke aanwijzingen’ voor waren. 

De rechtbank sprak de verdachte daarom vrij. Volgens de rechtbank kon niet worden vastgesteld wat er was gebeurd tussen het laatste contactmoment tussen verdachte en het slachtoffer. Daarnaast kon niet worden vastgesteld hoe Mienema om het leven was gekomen. Omdat er ook nog ander DNA werd gevonden, kon niet worden vastgesteld hoeveel eventuele daders betrokken waren bij zijn dood. [1] Over het gevonden DNA van de verdachte stelde de rechtbank het volgende:

“Ook het in en boven de linker steekzak van de broek van verdachte aangetroffen DNA-mengspoor van verdachte geeft geen uitsluitsel over betrokkenheid van verdachte bij het om het leven brengen van het slachtoffer. De rechtbank overweegt daartoe dat uit onderzoek op activiteitniveau door het NFI o.a. blijkt dat de kans dat DNA van verdachte via handen schudden op, rond of in een of meer zakken van de kleding van het slachtoffer terecht is gekomen klein is, ongeveer 15%. Hoewel voornoemde kans klein is, geeft het in en boven de linker steekzak van de broek van het slachtoffer aangetroffen DNA-mengspoor van verdachte aldus geen onomstotelijk uitsluitsel over betrokkenheid van verdachte bij het delict. Zoals de verdediging heeft aangevoerd, is niet geheel uit te sluiten dat het DNA van verdachte gelet op hun eerdere ontmoeting(en) op een andere wijze op de broek van het slachtoffer terecht is gekomen.” [2]

De rechtbank stelde vast dat er sprake kon zijn van meerdere scenario’s, waardoor de schuld van O. niet wettig en overtuigend kon worden bewezen. [3] Begin 2023 startten politie en justitie opnieuw een DNA-verwantschapsonderzoek, omdat de uitbreiding van de databank in de afgelopen jaren resultaat zou kunnen opleveren. Helaas leverde het geen match op. 

Toch loopt de zaak op dit moment in hoger beroep. Op 30 november werd er door de advocaat-generaal 20 jaar gevangenisstraf geëist. [4] Volgens het Openbaar Ministerie wijst alles op een van tevoren criminele afrekening om drugs. Los van de bovengenoemde aangevoerde bewijzen ziet het Openbaar Ministerie de verklaring van een anonieme getuige ook als betrouwbaar. Deze getuige zou de verdachte hebben horen zeggen dat hij Mienema om het leven had gebracht. [5] De wet schrijft voor dat het bewijs tegen een verdachte niet uitsluitend mag berusten op één getuigenverklaring. Er dient altijd een bewijsmiddel uit een andere bron aanwezig te zijn, dat voldoende steun biedt aan de getuigenverklaring. [6] De rechter die een verklaring voor het bewijs wil gebruiken, dient eerst de geloofwaardigheid van die verklaring te beoordelen, alvorens hij toekomt aan de vraag of de getuigenverklaring als (dragend) bewijsmiddel kan fungeren. De verantwoording van de geloofwaardigheid van de verklaring en een eventuele selectie van relevante beweringen uit die verklaring, is veelal gelegen in het feit dat voor de gebruikte beweringen steunbewijs bestaat. [7] Dit steunbewijs achtte de rechtbank in eerste aanleg niet voldoende aanwezig. De verklaring van de anoniem bedreigde getuige kon tevens niet als steunbewijs fungeren voor de andere bewijsmiddelen, omdat de verklaring slechts ‘bloot feitelijke mededelingen’ bevatte. [8]

Deze zaak maakt eens te meer duidelijk dat er voor wettig en overtuigend bewijs niet slechts een vermoeden moet zijn. Hoewel er ‘sterke aanwijzingen’ tegen de verdachte waren, kende de rechter toch redelijke twijfel. Er was te veel ruimte voor alternatieve verklaringen of scenario’s. De rechter moet van zaak tot zaak beoordelen of de marges van onzekerheid kunnen worden aanvaard. [9]

Vals positieve en vals negatieve beslissingen kennen allebei hun plek in het strafrecht en zijn allebei niet wenselijk. Daarom blijft het belangrijk dat er, zeker in grote zaken, altijd goed onderzoek wordt gedaan. Meer weten over deze zaak en de verdenkingen jegens Hans O.? Luister dan op Spotify de speciale podcast over de Kofferbakmoord van het Dagblad van het Noorden! [10] 


[1] https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Rechtbanken/Rechtbank-Noord-Nederland/Nieuws/Paginas/Vrijspraak-voor-verdachte-in-de-zaak-van-de-Kofferbak-moord.aspx

[2] Rechtbank Assen 12 mei 2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:1494.

[3] Rechtbank Assen 12 mei 2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:1494.

[4] https://nos.nl/artikel/2499822-om-eist-20-jaar-cel-voor-drentse-kofferbakmoord

[5] https://www.rtvdrenthe.nl/nieuws/16085440/20-jaar-cel-geeist-voor-moord-op-ralf-meinema-in-2017.

[6] M.J. Dubelaar, Betrouwbaar getuigenbewijs (Meijersreeks deel 228), Deventer: Kluwer 2014, par. 12.4.2.

[7] M.J. Dubelaar, Betrouwbaar getuigenbewijs (Meijersreeks deel 228), Deventer: Kluwer 2014, par. 12.4.2. 

[8] Rechtbank Assen 12 mei 2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:1494. 

[9] https://bewijs-in-strafzaken.nl/uitleg-wettig-en-overtuigend-bewezen/. [10] https://open.spotify.com/show/7Gbte6LN9IxIFcwNb7u1Oq.