Wetsvoorstel uitbreiding taakstrafverbod

Door: Shannen Jongmans

Op 30 augustus jl. werd in Rotterdam een agent tijdens de uitoefening van zijn politietaak van achteren neergeslagen. De agent kwam ter plaatse nadat hij een melding had gekregen van een trouwstoet die overlast gaf. Door de stoet werd de weg volledig geblokkeerd, er werd door mensen op autodaken gezeten en er werd harde muziek gedraaid. De agent sprak de stoet aan, waarna het helemaal uit de hand liep. Nadat de agent de leider van de stoet aanhield, omdat hij bleef weigeren om zijn rijbewijs af te geven, kreeg hij een harde klap in zijn nek. De agent lag tussen de 5 á 20 seconden bewusteloos op de grond.[1]

Steeds vaker worden personen in de uitoefening van een publieke taak mishandeld. Zo hebben zich in de nacht van 28 september twee incidenten voorgedaan in verband met geweld tegen politieagenten. In Zoetermeer werd een politieagent geslagen, waarbij hij een gebroken neus opliep en in Castricum werd een agent herhaaldelijk in zijn gezicht geslagen.[2]

In artikel 22b Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) is het taakstrafverbod neergelegd. Op grond van dit artikel wordt de rechter de mogelijkheid ontnomen om een taakstraf op te leggen bij bepaalde soorten misdrijven en bij recidive van soortgelijke misdrijven. Krachtens artikel 22b Sr geldt het taakstrafverbod voor misdrijven waarop naar wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van 6 jaar of meer kan worden opgelegd. Daarnaast geldt als eis dat het misdrijf een ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer heeft gemaakt.[3] Voorts geldt het taakstrafverbod voor bepaalde misdrijven die expliciet in artikel 22b lid 1 sub b Sr staan genoemd, zoals wederspannigheid met letsel (art. 181 Sr), het bezit van kinderporno (art. 240b Sr) en koppelarij (art. 250 Sr). Volgens artikel 22b lid 3 Sr kan de rechter van het taakstrafverbod afwijken indien naast de taakstraf een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel wordt opgelegd.[4]

De regering is met het aanhangige wetsvoorstel voornemens om het huidige taakstrafverbod uit te breiden naar elke vorm van geweld tegen personen in de uitoefening van een publieke taak met het oog op de handhaving van de orde of veiligheid. Personen met een publieke taak stellen zich dienstbaar op tegenover de samenleving, treden op onder gevaarlijke omstandigheden en verlenen hulp aan mensen die dit nodig hebben. In dergelijke gevallen is terugtrekken bij geweldpleging niet altijd mogelijk, aldus de minister voor Rechtsbescherming. Tegen geweld waarvan personen in de uitoefening van een publieke taak zich niet kunnen onttrekken moet volgens de Minister stevig worden opgetreden en kan niet enkel worden volstaan met een taakstraf.[5]

[1] https://nos.nl/artikel/2301470-knock-out-geslagen-agent-mijn-zoon-kwam-checken-of-papa-nog-wakker-was.html
[2] https://nos.nl/artikel/2303848-twee-incidenten-met-geweld-tegen-agenten.html
[3] P.M. Schuyt, in: ‘Commentaar op artikel 22b Sr’, in T&C Strafrecht 2019, Beperking oplegging taakstraf, (online in Kluwer Navigator, laatst bijgewerkt op 1 februari 2019)
[4] Artikel 22b Wetboek van Strafrecht
[5] https://www.recht.nl/nieuws/strafrecht/177551/concept-wetsvoorstel-uitbreiding-taakstrafverbod/