Uitlevering zonder verdrag
Door: Eline Berkeljon
Afgelopen maandag heeft het harde werk van de opsporingsdiensten zijn vruchten afgeworpen; Ridouan Taghi, de meest gezochte crimineel van Nederland, werd gearresteerd in Dubai.[1] Nu hij eenmaal is opgepakt, willen de Nederlandse autoriteiten Taghi zo snel mogelijk naar Nederland krijgen. Er is alleen wel een klein probleem: Nederland heeft geen uitleveringsverdrag met Dubai.[2] Wat zijn de mogelijkheden om Taghi hier in Nederland te laten berechten in geval hij niet bereid is vrijwillig mee te werken?
Uitlevering is de verwijdering van een persoon uit Nederland met het doel hem ter beschikking te stellen van de autoriteiten van een andere Staat. Dit kan ten behoeve zijn van een in die Staat tegen die persoon gericht strafrechtelijk onderzoek. Ook kan het ten behoeve zijn van de tenuitvoerlegging van een opgelegde straf of maatregel.[3] Het is een vorm van rechtshulp tussen twee staten.[4]
Dubai maakt onderdeel uit van de Verenigde Arabische Emiraten. Dat land heeft zich, net als Nederland, aangesloten bij het Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad. Artikel 16 van dit verdrag maakt uitlevering mogelijk indien het gaat om een beschuldiging van deelname aan een criminele organisatie. Onze wetgeving stelt deelneming aan een criminele organisatie strafbaar in artikel 140 Sr.[5] Op dit delict staat echter slechts een maximale gevangenisstraf van zes jaar. Lid 3 bepaalt dat deze straf ten aanzien van de oprichters, leiders of bestuurders met een derde kan worden verhoogd, maar ook een gevangenisstraf van acht jaar staat uiteraard niet in verhouding tot hetgeen waarvan Taghi wordt verdacht.
In het lopende Marengo-proces staan zestien verdachten terecht.[6] Hoofdverdachte Ridouan Taghi wordt ervan verdacht opdrachtgever te zijn van verschillende liquidaties, pogingen daartoe en de voorbereiding van een aantal moorden.[7] Er is echter geen verdrag waarbij zowel Nederland als de Verenigde Arabische Emiraten zijn aangesloten dat een grondslag biedt voor uitlevering van verdachten van separate liquidaties.
Een andere optie zou zijn dat Nederland een overeenkomst sluit met Dubai.
In beide gevallen kan Taghi de eventuele uitlevering aanvechten. Volgens advocaat Geert-Jan Knoops is de kans dan groot dat de uitleveringsrechter in Dubai de uitlevering niet zonder meer toelaat. In het geval van de overeenkomst zou de rechter namelijk kunnen oordelen dat deze niet als vervanging van een uitleveringsverdrag kan dienen. Doet Nederland een beroep op het Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad, dan kan hiertegen in worden gebracht dat VN-verdragen geen uitkomst bieden voor de feiten waar Taghi van wordt verdacht. De uitleveringsrechter heeft hoe dan ook het laatste woord.[8]
Hoewel een uitleveringsverdrag de zaak een stuk eenvoudiger zou hebben gemaakt, hoeft het ontbreken van een dergelijk verdrag dus niet te betekenen dat uitlevering niet zal plaatsvinden. Het blijft echter de vraag of Dubai het uitleveringsverzoek van Nederland zal inwilligen.*
[3] Artikel 1 Uitleveringswet.
[4] J. Remmelink, ‘Uitlevering’, p. 3.
[5] Artikel 140 Wetboek van Strafrecht.
[6] https://www.om.nl/onderwerpen/strafzaken/strafzaken/strafproces-marengo/
[8] https://www.parool.nl/nederland/nederland-lijkt-meeste-kans-te-maken-op-uitlevering-taghi~bbbc856e/
*Inmiddels is Ridouan Taghi in Nederland.