Het DNA-verwantschapsonderzoek
Door Robin Creuels
De politie zoekt de verdachte in de moordzaak van Nicky Verstappen. Deze verdachte kwam in beeld door het DNA-verwantschapsonderzoek waaraan het afgelopen half jaar ongeveer 15.000 mannen hebben meegedaan. Het is daarmee het grootste DNA-verwantschapsonderzoek dat ooit in Nederland is gehouden.
Het DNA-verwantschapsonderzoek is in 2012 geïntroduceerd in het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv).[1] Op grond van de ‘klassieke DNA-onderzoek artikelen’ (artikel 151a lid 1 en artikel 195a lid 1 Sv) kunnen derden worden verzocht om mee te doen aan een grootschalig DNA-onderzoek en om op vrijwillige basis celmateriaal af te staan. Vervolgens kan op grond van de artikelen 151da lid 1 en artikel 195g lid 1 Sv met de DNA-profielen die zijn verkregen uit het celmateriaal een DNA-onderzoek worden bevolen. Dit onderzoek is gericht op het vaststellen van verwantschap en wordt dus ingezet om via een (ver) familielid een mogelijke dader te kunnen opsporen.
Omwille van de bescherming van het recht op persoonlijke levenssfeer[2] is een DNA-verwantschapsonderzoek verbonden aan een aantal voorwaarden:
- Een DNA-verwantschapsonderzoek is slechts toegestaan op bevel van de officier van justitie of de rechter-commissaris. De officier van justitie mag het DNA-verwantschapsonderzoek louter bevelen na voorafgaande schriftelijke machtiging van de rechter-commissaris.
- Ingevolge lid 3 kan het DNA-verwantschapsonderzoek slechts worden verricht in geval van verdenking van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaar of meer is gesteld of misdrijven die specifiek in de eerste volzin van lid 3 zijn genoemd.
- Het celmateriaal van derden mag slechts met hun schriftelijke toestemming worden afgenomen en gebruikt ten behoeve van een DNA-verwantschapsonderzoek. Het DNA dat door de vrijwilligers is afgestaan wordt dan ook vernietigd zodra is vastgesteld dat van een verwantschapsrelatie geen sprake is of wanneer de derde zijn toestemming intrekt (artikel 13 lid 2 Besluit DNA-onderzoek in strafzaken).
Wat betreft de laatste voorwaarde gaf Minister van Justitie en Veiligheid Grapperhaus in een reactie op de DNA-match in de zaak van Nicky Verstappen aan dat een discussie moet komen over de verplichte afname bij een DNA-onderzoek. De Nederlandse Orde van Advocaten heeft vandaag aangegeven kritische tegenover deze suggestie te staan met oog op het recht op privacy en de onschuldpresumptie.
[1] Stb. 2012, 131.
[2] Neergelegd in artikel 10 GW, art. 8 EVRM en art. 17 IVBPR.