De tenlastelegging in de dagvaarding

Wekelijks wordt over de voorgeschreven literatuur van het vak strafprocesrecht I in het eerste semester geblogd. Deze keer is ‘de tenlastelegging in de dagvaarding’ aan de beurt.

De tenlastelegging (TLL) vormt een belangrijk onderdeel van de dagvaarding. In deze blog wordt onder andere uitgelegd wat de TLL is, welke inhoudelijke eisen er gelden en hoe en wanneer deze kan worden gewijzigd.

Wat is de tenlastelegging?

De TLL is opgenomen in de dagvaarding en geeft aan waar de verdachte precies van verdacht wordt. Een voorbeeld van een van de feiten waarvan Michael P. verdacht werd in hoger beroep[1]:

“hij in of omstreeks de periode van 29 september 2017 tot en met 8 oktober 2017 in de gemeente Zeist en/of Soest, althans in het arrondissement Midden-Nederland, in elk geval in Nederland, opzettelijk en met voorbedachte rade [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte opzettelijk en na kalm beraad en rustig overleg, meermalen, althans eenmaal, met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, (deels) in de keel/hals van die [slachtoffer] gesneden en/of gestoken, ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden;”

Wat is het doel van de tenlastelegging?

Het doel van de TLL is om de verdachte bekend te maken met de strafbare feiten waarvan hij verdacht wordt. Zo kan hij een advocaat inschakelen en zijn verdediging voorbereiden. 

Daarnaast is de grondslagleer van toepassing op de TLL. Deze grondslagleer komt tot uitdrukking in de artikelen 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering. Hierin staat dat de rechter onderzoek doet en beraadslaagt op grondslag van de TLL. 

In wezen houdt de grondslagleer in dat alle procesdeelnemers, dus de rechter(s), officier(en) en verdachte(n), op grond van de TLL werken. De TLL bepaalt namelijk de inhoud en de omvang van het onderzoek. Indien de officier van justitie iets vergeet op te nemen in de TLL, kan dit verstrekkende gevolgen hebben.  

Wat is de inhoud van de tenlastelegging?

De inhoud van de TLL wordt gevormd door de vereisten die in artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering zijn opgenomen. Daaruit blijkt dat het volgende in de TLL moet worden opgenomen:

  1. opgave van het strafbare feit;
  2. vermelding tijd en plaats van het strafbare feit;
  3. vermelding toepasselijk wettelijk voorschrift; en
  4. feiten en omstandigheden waaronder het strafbare feit is begaan. 

In het voorbeeld van de TLL in de zaak tegen Michael P. ziet dat er als volgt uit:

“hij in of omstreeks de periode van 29 september 2017 tot en met 8 oktober 2017 in de gemeente Zeist en/of Soest, althans in het arrondissement Midden-Nederland, in elk geval in Nederland (2), opzettelijk en met voorbedachte rade [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte opzettelijk en na kalm beraad en rustig overleg(1), meermalen, althans eenmaal, met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, (deels) in de keel/hals van die [slachtoffer] gesneden en/of gestoken(4), ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden(1);”

Tot slot volgt nog dat als de TLL innerlijk tegenstrijdig of onleesbaar is, nietigheid van de dagvaarding volgt. Zoals hiervoor benoemd is de redactie van de TLL erg belangrijk, omdat alle procesdeelnemers daarop acteren. De TLL moet voor alle procesdeelnemers zo duidelijk mogelijk zijn en daarom moet ook het strafbare feit voldoende feitelijk worden omschreven [2]. In het voorbeeld van de TLL tegen Michael P. is daaraan voldaan door te benoemen hoe het slachtoffer van het leven is beroofd.

Wanneer en hoe kan de tenlastelegging worden gewijzigd?

In artikel 284 van het Wetboek van Strafvordering wordt benoemd dat de officier van justitie de TLL kan wijzigen. Ter terechtzitting kan de officier van justitie, zelfs na zijn requisitoir, in eerste aanleg en in hoger beroep vorderen de TLL:

  1. aan te vullen; en
  2. te wijzigen.

Ad 1) aanvulling geschiedt mondeling door strafverzwarende omstandigheden toe te voegen. Denk bijvoorbeeld aan een TLL met een mishandeling die wordt aangevuld met een zware mishandeling [3].

Ad 2) de wijziging dient schriftelijke te geschieden, maar kan alleen worden toegewezen indien daardoor het strafbare feit hetzelfde blijft [4]. De officier kan niet ineens het strafbare feit mishandeling veranderen in oplichting. De rechter dient te beslissen of deze vordering wordt toegewezen. Hij kan daartoe zelfs het onderzoek ter terechtzitting schorsen [5].

Conclusie

De tenlastelegging geldt als grondslag voor de verdediging van de verdachte en de inhoud en omvang van het onderzoek. De TLL moet juridisch en tekstueel juist zijn om zijn geldigheid te bewaren. Mocht de officier van justitie een vergissing hebben gemaakt of iets zijn vergeten, dan kan hij de TLL veranderen. Hij kan deze aanvullen met strafverzwarende omstandigheden of wijzigen met behoud van hetzelfde strafbare feit.  


[1] Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 5 juli 2019, ECLI:NL:GHARL:2019:5542.
[2] Corstens/Borgers & Kooijmans 2018, p. 661-667.
[3] art. 312 Sv.
[4] art. 313 Sv en 68 Sr.
[5] art. 313 en 314 Sv.