Geweld in de psychiatrie

Door Anouk de Vries en Rebecca Neisingh

Geweld tegen ambulancepersoneel of brandweerlieden, de kranten stonden er bol van. Deze incidenten zorgden voor veel verontwaardiging in de maatschappij; hulpverleners zijn er voor jou, daar moet je geen geweld tegen gebruiken. Echter, er is nog een groep hulpverleners die veel met geweld te maken krijgt, maar waar mensen weinig over weten. De hulpverleners in de psychiatrie.

In 2012 werd onderzoek gedaan naar de 2.600 geweldsincidenten die door medewerkers van een GGZ-instelling waren gemeld. Een kwart van die incidenten is gemeld bij de politie. Slechts in 45 zaken is uitspraak gedaan door een rechter. Deze oordeelt vaak dat het incident gedeeltelijk aan het slachtoffer te wijten is.[1]

De afgelopen jaren zijn er veel initiatieven geweest om dit probleem aan te pakken, maar deze hebben weinig effect. Men wil dat werknemers met een publieke taak extra beschermd worden, maar medewerkers in de psychiatrie staan nog steeds in de kou, aldus onderzoeker Joke Harte.

In haar onderzoek vertellen geïnterviewden dat de politie geweld vaak deel van het psychiatrische werk vindt. Ook zou het zinloos zijn om aangifte te doen, omdat het Openbaar Ministerie de zaken vaak toch seponeert. De patiënt is immers al opgenomen en vormt geen bedreiging meer voor de maatschappij, zo luidt de redenering van het OM. De hulpverleners moeten het geweld maar accepteren als risico van het vak.

Een ander probleem is het beroepsgeheim. Veel medewerkers in de psychiatrie kunnen vanwege hun beroepsgeheim geen gedetailleerde informatie aan de politie geven. Hierdoor blijft het een vaag verhaal en wordt vervolging erg lastig, terwijl het in sommige gevallen weldegelijk om een gerichte aanval gaat. Het OM en de politie hebben hier niet altijd begrip voor volgens de slachtoffers. Daarentegen neemt de politie het soms niet zo nauw met het beroepsgeheim. Slachtoffers zijn vaak bang dat hun persoonlijke gegevens bij de dader terecht komen en ze te maken krijgen met represailles. De dader, een psychiatrisch patiënt, kan niet zomaar op straat worden gezet, waardoor slachtoffer en dader elkaar nog regelmatig tegen zullen komen.

Werkgevers nemen hun medewerkers vaak wel serieus en proberen via een artikel-12-procedure, de klachtprocedure, alsnog een vervolging te bewerkstelligen. Dit kost echter veel tijd en vraagt doorzettingsvermogen van het slachtoffer. Ze moeten vaak zelf informeren hoe het met de zaak staat.

Enige tijd geleden is door GGZ-instelling Emergis in Zeeland een pilot opgezet, zodat zaken die normaal gesproken automatisch geseponeerd werden toch een behandeling kregen. In deze zaken volgden meestal voorwaardelijk sepot; bij een volgende misstap wordt de dader alsnog vervolgt. Dit werkte goed, maar helaas is de pilot gestopt. ‘We zouden er opnieuw leven in moeten blazen. Ik hoor nu vaak van medewerkers dat ze zich aan hun lot overgelaten voelen’, stelt Gerco Blok, geneesheer-directeur van GGZ-instelling Emergis.[2]

Hier en daar worden goede initiatieven opgezet om de hulpverleners te beschermen tegen het geweld waar ze tijdens hun werk mee te maken krijgen. Helaas zijn we nog lang niet bij een definitieve oplossing voor dit probleem. Misschien moeten we massaal op een cursus tot tien tellen of veel meer met elkaar knuffelen, maar waarschijnlijk is dat ook niet de oplossing. Laat ik dan maar afsluiten met het volgende: hulpverleners zijn er om je te helpen. Laat ze doen waar ze goed in zijn.

In haar onderzoek vertellen geïnterviewden dat de politie geweld vaak deel van het psychiatrische werk vindt. Ook zou het zinloos zijn om aangifte te doen, omdat het Openbaar Ministerie de zaken vaak toch seponeert. De patiënt is immers al opgenomen en vormt geen bedreiging meer voor de maatschappij, zo luidt de redenering van het OM. De hulpverleners moeten het geweld maar accepteren als risico van het vak.

Een ander probleem is het beroepsgeheim. Veel medewerkers in de psychiatrie kunnen vanwege hun beroepsgeheim geen gedetailleerde informatie aan de politie geven. Hierdoor blijft het een vaag verhaal en wordt vervolging erg lastig, terwijl het in sommige gevallen weldegelijk om een gerichte aanval gaat. Het OM en de politie hebben hier niet altijd begrip voor volgens de slachtoffers. Daarentegen neemt de politie het soms niet zo nauw met het beroepsgeheim. Slachtoffers zijn vaak bang dat hun persoonlijke gegevens bij de dader terecht komen en ze te maken krijgen met represailles. De dader, een psychiatrisch patiënt, kan niet zomaar op straat worden gezet, waardoor slachtoffer en dader elkaar nog regelmatig tegen zullen komen.

Werkgevers nemen hun medewerkers vaak wel serieus en proberen via een artikel-12-procedure, de klachtprocedure, alsnog een vervolging te bewerkstelligen. Dit kost echter veel tijd en vraagt doorzettingsvermogen van het slachtoffer. Ze moeten vaak zelf informeren hoe het met de zaak staat.

Enige tijd geleden is door GGZ-instelling Emergis in Zeeland een pilot opgezet, zodat zaken die normaal gesproken automatisch geseponeerd werden toch een behandeling kregen. In deze zaken volgden meestal voorwaardelijk sepot; bij een volgende misstap wordt de dader alsnog vervolgt. Dit werkte goed, maar helaas is de pilot gestopt. ‘We zouden er opnieuw leven in moeten blazen. Ik hoor nu vaak van medewerkers dat ze zich aan hun lot overgelaten voelen’, stelt Gerco Blok, geneesheer-directeur van GGZ-instelling Emergis.[2]

Hier en daar worden goede initiatieven opgezet om de hulpverleners te beschermen tegen het geweld waar ze tijdens hun werk mee te maken krijgen. Helaas zijn we nog lang niet bij een definitieve oplossing voor dit probleem. Misschien moeten we massaal op een cursus tot tien tellen of veel meer met elkaar knuffelen, maar waarschijnlijk is dat ook niet de oplossing. Laat ik dan maar afsluiten met het volgende: hulpverleners zijn er om je te helpen. Laat ze doen waar ze goed in zijn.

[1] https://www.geweldindepsychiatrie.nl/…/strafrech…/index.aspx.
[2] https://www.volkskrant.nl/…/geweld-in-psychiatrie-blijft-v…/.