Het OM wil cold-cases oplossen door middel van particuliere DNA-databanken
Door: Annelotte Beerlage
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft begin van deze maand laten weten gebruik te willen gaan maken van particuliere, genealogische DNA-databanken.[1] Samen met het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) wil het OM gebruikmaken van deze DNA-databanken om cold-case zaken op te lossen. Dit zijn ernstige strafzaken die volledig zijn vastgelopen. Als de rechter-commissaris toestemming geeft, zal binnenkort een pilot starten met twee cold-case zaken. Volgens het OM biedt de wet voldoende ruimte om van deze opsporingsmethode gebruik te maken, maar of het ook specifiek bij deze twee zaken kan, moet de rechter nog beslissen.
Volgens het OM en het NFI zou verwantschapsonderzoek met behulp van particuliere, genealogische DNA-databanken een uitkomst kunnen bieden in vastgelopen moordzaken. Het gaat hierbij om zaken waarin het DNA van het onbekende slachtoffer of de vermoedelijke dader beschikbaar is, maar er geen match kan worden gevonden in de justitiële databanken. Door vergelijking in deze databanken kunnen verre verwanten in beeld worden gebracht. In andere landen wordt deze techniek al langer gebruikt om cold-cases op te lossen. Zo werd in 2018 groot nieuws dat de Golden State Killer na jaren terreur was geïdentificeerd door middel van DNA van zijn familie.[2] Daarbij had de Amerikaanse justitie ook gebruikgemaakt van de genealogische DNA-databanken waar het OM het over heeft.
Tijdens de pilot wil het OM gebruikmaken van twee Amerikaanse DNA-data bedrijven; GEDMatch en FamilyTreeDNA. Toch ligt het privacy technisch wel gevoelig bij particuliere databases. Gebruikers hebben hun DNA-gegevens verschaft niet voor strafrechtelijk onderzoek, maar om inzicht te krijgen in hun familiegeschiedenis. Om toch gebruik te kunnen maken van deze particuliere gegevens hebben GEDMatch en FamilyTreeDNA hun gebruikers expliciet gevraagd of deze gegevens gebruikt mochten worden voor justitieel onderzoek. Uiteindelijk hebben ruim 1,7 miljoen mensen hiermee ingestemd. Mensen die geen toestemming hebben gegeven, zullen dus ook niet mee worden genomen in het onderzoek. Veel inwoners van de Verenigde Staten hebben hun oorsprong in (Noordwest-) Europa en het is daarbij goed mogelijk dat verre verwanten van Nederlandse daders en/of slachtoffers in deze databanken zijn opgenomen. De hoop is dat deze pilot inzicht geeft in een eventuele nieuwe opsporingsmethode en hoe deze in Nederland kan worden ingezet. Mocht de pilot succesvol zijn, zou het in de toekomst een oplossing kunnen bieden voor meerdere grote cold-cases.
Ter afsluiting sta ik nog stil bij inzichten van Nederlandse juristen over het onderwerp DNA-afname. Zij pleiten voor een mogelijke overstap naar conservatoir DNA-afname.[3] Momenteel mag de politie DNA afnemen als dit in het belang van het opsporingsonderzoek nodig is. Dit DNA-materiaal wordt in de Nederlandse DNA-bank opgeslagen. Conservatoire afname wil zeggen dat er DNA-materiaal wordt afgenomen op het moment dat iemand wordt aangemerkt als verdachte, terwijl het DNA-materiaal niet wordt gebruikt voor het opsporingsonderzoek. Pas na een eventuele veroordeling zou het DNA-materiaal worden verwerkt en bewaard in de DNA-databank. Dit zou het probleem oplossen dat een deel van de veroordeelden onvindbaar is op het moment dat het Openbaar Ministerie DNA bij hen wil afnemen.
Al met al is te zien dat in de juridische wereld veranderingen op gang komen op het gebied van DNA-gebruik. Als de pilot succesvol blijkt te zijn kan dit een enorme stap zijn in de richting van het oplossen van cold-cases.
[1] Genealogie is de wetenschap van de opeenvolging van de geslachten en het stamboomonderzoek.
[2] ‘How a Genealogy Site Led to the Front Door of the Golden State Killer Suspect’, www.nytimes.com, 26 april 2018.
[3] Mr. M. Goos MM en Prof. mr. L. Stevens, ‘Zaken oplossen met behulp van de DNA-databank: een pleidooi voor een brede inhoudelijke discussie over de voorgenomen wijziging van de Wet DNA-V’, Platform Modernisering Strafvordering november 2019.