Het ‘messenprobleem’
Door: Eline Berkeljon
‘14-jarige jongen neergestoken in Rotterdam, twee minderjarigen opgepakt’ en ‘13-jarige verdacht van poging tot doodslag na steekincident Spijkenisse’, zo luiden twee nieuwskoppen van eind vorig jaar.[1][2]
Steeds vaker zijn bij steekincidenten jongeren betrokken.[3] Een groot deel van de jonge messendragers wordt vermoedelijk beïnvloed door de verheerlijking van het dragen van messen in rapmuziek. De mediaberichten over steekincidenten leiden er vervolgens toe dat andere jongeren zich denken te moeten bewapenen om veilig over straat te kunnen lopen. Kortom, er doet zich een probleem voor. Een aantal burgemeesters roept dan ook op tot een landelijk messenverbod voor minderjarigen.[4]
Voor een overzicht van verboden wapens kijkt de leek op de website van de politie; de jurist grijpt natuurlijk naar de Wet Wapens en Munitie. Deze wet verbiedt het dragen van onder meer stiletto’s, valmessen, vlindermessen en opvouwbare messen waarvan de lengte in opengevouwen toestand langer dan 28 centimeter is.[5] De huis- tuin en keukenmessen staan niet in de lijst. Het spreekt echter voor zich dat iemand met verkeerde intenties en een aardappelschilmesje een ander kan verwonden of zelfs doden.
De wet biedt wel een oplossing voor de strafbaarstelling in dit soort situaties. Indien een voorwerp wordt gedragen waarvan, gelet op de aard of omstandigheden waaronder het wordt aangetroffen, redelijkerwijs kan worden aangenomen dat het bestemd is om letsel aan personen toe te brengen of te dreigen, dan is het dragen van dit voorwerp strafbaar.[6] Dus neem je een Zwitsers zakmes mee naar een voetbalwedstrijd, dan zit je fout. Denk bijvoorbeeld ook aan een honkbalknuppel die wordt aangetroffen in een caféruzie.
De laatste wijziging van de Wet wapens en munitie vond plaats in 2012. In de memorie van toelichting wordt benadrukt dat met de wijziging niet wordt verboden het voorhanden hebben van alle messen die als dreigend kunnen worden ervaren.[7] De reden die hiervoor wordt gegeven is dat een algemeen verbod niet handhaafbaar zou zijn. Er zouden namelijk heel veel uitzonderingen in de wet moeten worden opgenomen. Ook minister Grapperhaus benoemt dit probleem.[8] In de Tweede Kamer wil de meerderheid echter wel dat Grapperhaus gaat onderzoeken in hoeverre het messenverbod kan worden uitgebreid.[9]
Aboutaleb, de burgemeester van Rotterdam, heeft het heft ondertussen in eigen handen genomen. Hij sanctioneert de ouders van kinderen die twee keer zijn opgepakt met een mes op zak met een boete van 2500 euro.[10] Bestuursrechtelijke maatregelen worden dus al genomen. Het is nu de vraag of de politiek het probleem ook via het strafrecht gaat aanpakken.
[5] Artikel 2, lid 1, onder categorie I van de Wet wapens en munitie.
[6] Artikel 27, lid 1, i.c.m. artikel 2, lid 1, onder categorie IV, onder 7 van de Wet wapens en munitie.
[7] Kamerstukken II 2009/10, 32206, 3, p. 3.
[8] https://nos.nl/artikel/2318052-grapperhaus-meer-messen-verbieden-niet-de-oplossing.html
[9] https://nos.nl/artikel/2317961-tweede-kamer-aanscherping-regels-messen-bekijken.html
[10] https://nos.nl/artikel/2323515-aboutaleb-2500-euro-boete-voor-ouders-van-jongere-die-mes-draagt.html