De verdachte, getuigen en getuigen-deskundigen (deel II)
Door: Mark Mulder
In mijn eerste blog uit dit drieluik heb ik gesproken over factoren die kunnen leiden tot zogenoemde ‘valse bekentenissen’. Een fenomeen dat op het eerste gezicht onlogisch lijkt. In deze blog wil ik graag ingaan op de vraag waarom getuigen onjuiste verklaringen kunnen afleggen. Naast verdachten kunnen uiteraard ook getuigen onwaarheid spreken. Veel waarschijnlijker is bij een onjuiste verklaring dat een getuige lijdt aan herinnering-vervalsingen, iets waarvoor we onder omstandigheden allen potentieel vatbaar zijn. Hieronder licht ik dit nader toe.
De getuige
Als het gaat om verklaringen afgelegd door getuigen, dan kunnen getuigenverklaringen op verschillende manieren onbetrouwbaar zijn. In de inleiding heb ik kort aan de orde gebracht dat getuigen kunnen leiden aan zogenoemde herinnering-vervalsingen.
Herinnering-vervalsingen zijn dikwijls de oorzaak dat de verklaring van een getuige niet overeenstemt met datgene wat hij heeft waargenomen. Om te weten hoe geheugenvervalsingen tot stand komen leg ik wat uit over de werking van het geheugen. Op neurobiologisch niveau werkt het geheugen als volgt: ten eerste bestaan in de hersenen verschillende soorten geheugensystemen, die hebben allemaal een andere functie. Ten tweede zijn er verschillende hersengebieden betrokken bij het opslaan en het ophalen van informatie in en uit het langetermijngeheugen. Ten derde vindt het overbrengen van informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen plaats door chemische veranderingen in de neuronen. Op welke wijze deze verandering wordt ondergaan hangt onder meer af van het betrokken genenpakket. En ten laatste: de manier waarop het geheugen wordt opgeslagen hangt af van de emotionele gebieden die op dat moment in de hersenen actief zijn. Objectieve herinneringen kunnen niet bestaan, omdat ze niet meetbaar en verifieerbaar zijn. Niet alleen is de ervaring van een getuige subjectief gekleurd, ook datgene wát er wordt opgeslagen hangt af van welke emotionele gebieden in de hersenen actief zijn. Dit laatste maakt geheugenvervalsingen mogelijk. Getuigen verkeren vaak in een emotionele situatie en voor de rechter is het van wezenlijk belang een verklaring te verkrijgen die zo min mogelijk subjectief is gekleurd. Dit kan onbewust opgevuld worden door fantasieën, of informatie die vooraf beschikbaar was of juist achteraf. Wanneer mensen overladen worden met informatie zal maar een selectief deel worden opgeslagen. Dit zal aan de orde kunnen zijn als mensen zich als getuige van een (ernstig) misdrijf onderhevig zijn aan enorme stress-situaties.
Het ervaren van een misdrijf is voor een getuige stressvol. Van eminent belang is dat het ervaren van deze stress het geheugen niet zodanig overbelast dat men gaten daarin zelf gaat opvullen. Dit ondanks dat deze opvullingen logisch kunnen zijn en kunnen overeenstemmen met de realiteit. Het gevaar bestaat dat bij essentiële kennis die slechts een getuige kan hebben – naast de dader – een onjuiste voorstelling van zaken kan worden gewekt wanneer deze invullingen niet kloppen met de werkelijkheid. Het lijkt mij daarom ook van groot belang om de invloed van stress die getuigen ervaren te onderzoeken op de betrouwbaarheid van hun verklaringen. Het is dus belangrijk getuigenverklaringen niet zomaar voor waar aan te nemen…