Verhoging van het wettelijk strafmaximum van doodslag
Door Johanna Meesters
Op 1 juli 2023 is de ‘Wet verhoging wettelijk maximum doodslag’ in werking getreden. [1] Deze wet heeft het wettelijk strafmaximum van doodslag van vijftien naar vijfentwintig jaar verhoogd. Wat is de reden geweest om de straf met tien jaar te verhogen? En hoe verhoudt het strafmaximum van doodslag zich nu met het strafmaximum van moord?
De nieuwe wet moet de ernst tussen doodslag en sommige andere, minder strafwaardige delicten beter tot uitdrukking brengen. Ook heeft deze tot doel het ‘strafgat’ dat tussen de maximale duur van de gevangenisstraf voor moord en doodslag zat, te verkleinen. [2] Bij moord kan een maximale tijdelijke gevangenisstraf van dertig jaar worden opgelegd of een levenslange gevangenisstraf. [3] Om iemand voor moord te kunnen veroordelen is ‘voorbedachte raad’ vereist. Doordat de Hoge Raad dit vereiste in 2012 strenger heeft ingevuld [4] is het bewijzen van moord lastiger geworden. Dit heeft erin geresulteerd dat voor sommige ernstige delicten ‘slechts’ een gevangenisstraf van vijftien jaar kon worden opgelegd. De nieuwe wet dient rechters aldus de mogelijkheid te geven om de ernst van het delict beter tot uitdrukking te laten komen in de strafmaat.
Niet iedereen is een voorstander van de verhoging. Zo schrijft de Nederlandse Orde van Advocaten dat de noodzaak van de regeling ontbreekt, dat door de wijziging van de voorwaardelijke invrijheidsstelling (in 2021) al aanzienlijk hogere netto straffen kunnen worden opgelegd door de rechter en dat de verhouding tot andere strafmaxima in onbalans komt door de verhoging. [5] Tevens wordt aangevoerd dat voor gekwalificeerde doodslag een gevangenisstraf van dertig jaren of levenslang mogelijk is. [6] Hier staat het strafmaximum dus al gelijk aan moord. Een ander punt is dat in de Memorie van Toelichting weliswaar staat dat de hogere straf de generale preventie dient [7], maar dat gelet op het karakter van doodslag (een ‘impulsdelict’) het niet aannemelijk is dat dit doel daadwerkelijk met een strafverhoging wordt gediend. [8] Ook kunnen vraagtekens geplaatst worden bij het nut van langdurige vrijheidsstraffen in het algemeen.
De nieuwe wet wordt dus om meerdere redenen bekritiseerd. Maar het blijft uiteindelijk aan de rechter om een passende straf op te leggen en met de wetswijziging hebben zij nog steeds die vrijheid. [9] Of rechters daadwerkelijk veel gebruik gaan maken van het opleggen van hogere straffen bij doodslag, zal de praktijk moeten uitwijzen.
[1] Besluit van 9 juni 2023 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 22 februari 2023 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de verhoging van het wettelijk strafmaximum van doodslag (verhoging wettelijk strafmaximum doodslag) (Stb. 2023, 69).
[2] https://www.eerstekamer.nl/nieuws/20230214/verhoging_strafmaximum_doodslag.
[3] Artikel 289 Wetboek van Strafrecht.
[4] HR 28 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BR2342.
[5] Advies van de adviescommissie strafrecht van de Nederlandse Orde van Advocaten betreffende het wetsvoorstel verhoging wettelijk strafmaximum doodslag.
[6] Artikel 288 Wetboek van Strafrecht.
[7] Kamerstukken II 2020/21, 35871, nr. 3, p. 7 (MvT).
[8] https://www.eerstekamer.nl/nieuws/20230214/verhoging_strafmaximum_doodslag.
[9] Kamerstukken II 2020/21, 35871, nr. 3, p. 1 (MvT).