Uitbreiding van de kroongetuigeregeling 

Door: Thomas Lindsen

Minister van Justitie en Veiligheid Dilan Yeşilgöz-Zegerius wil door middel van een ingrijpende uitbreiding van de kroongetuigenregeling de zware criminaliteit een harde klap uitdelen. Ze wil het OM de mogelijkheid geven om de volledige straf van een kroongetuige te schrappen. Daarnaast wil ze de regeling zo uitbreiden dat ook ‘kleinere vissen’ kroongetuige kunnen worden. Het idee hierachter is dat het OM de ‘kleine vissen’ een grotere prijs kan bieden voor het klikken op hun baas, de ‘grote vis’. Zo hoopt de minister dat het OM ook deze te pakken kan krijgen. [1] Dit controversiële wetsvoorstel van de minister roept echter wel de nodige vragen op. Is dit wetsvoorstel wel een goed idee? Of is het te kort door de bocht?

De huidige kroongetuigeregeling reserveert het instrument voor de opsporing en vervolging van de meer ernstige delicten. Ernstige delicten zijn strafbare feiten die zijn bedreigd met een gevangenisstraf van acht jaar of meer, zogenaamde achtjaarsfeiten, en vierjaarsfeiten die in georganiseerd verband zijn gepleegd. Dit past bij de bedoeling van de wetgever om dit instrument vooral in te zetten ten behoeve van de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit.[2] Indien een kroongetuigeregeling openstaat voor een bepaalde verdachte kan het OM momenteel, om die verdachte als getuige mee te laten werken de volgende toezeggingen doen: vermindering van maximaal 50% van de te eisen straf (art. 226g lid 1 Sv jo. art. 44a Sr), medewerking aan een gratieverzoek van maximaal 50% van de opgelegde straf (art. 226k lid 1 Sv jo art. 44a Sr) en het zogenaamde gunstbetoon (art. 226g lid 4 Sv), waaronder bijvoorbeeld de toepassing van een milder detentieregime wordt begrepen.[3]

De literatuur heeft met sterke regelmaat kritiek op de betrouwbaarheid van de kroongetuigeverklaringen. Het is namelijk voor de kroongetuige wel heel aantrekkelijk om een voor het OM ‘wenselijke’ verklaring af te leggen, zodat de kroongetuige een aantal van die mooie toezeggingen krijgt, ongeacht of die verklaringen ook daadwerkelijk feitelijk zuiver zijn.[4] Wanneer het OM de mogelijkheid krijgt een zekere ‘get out of jail free card’ aan te bieden wordt deze aantrekkelijkheid alleen maar groter. Naar mijn mening kan zeker de vraag gesteld worden of het niet te aantrekkelijk wordt.

De keuze om deze deal ook aan ‘kleine vissen’ aan te bieden lijkt echter wel goed te zijn. In de literatuur wordt namelijk gesteld dat verdachten van kleinere vergrijpen een goed gereedschap kunnen zijn voor het aanpakken van de grote georganiseerde criminaliteit. Het probleem bestond echter dat de mogelijke toezeggingen als niet  genoeg werden gezien om een ‘kleine vis’ te overtuigen om mee te werken. In die zin lijkt de uitbreiding van mogelijke toezeggingen wel iets positiefs toe te voegen.[5] Het is daarom van belang om het voorstel van Yeşilgöz enigszins te nuanceren. Mijn voorstel: 100% strafvermindering moet mogelijk worden gemaakt, maar enkel voor ‘kleine vissen’.

Concluderend is de essentie van het wetsvoorstel goed. De uitbreiding kan bijdragen aan de aanpak van de grote criminaliteit. Echter, Yeşilgöz lijkt het, zoals wel vaker in de politiek, niet volledig te hebben doordacht. Er lijkt namelijk niet nagedacht te zijn over de mogelijke implicaties voor de betrouwbaarheid van de kroongetuigeverklaring. Echter, het moet gezegd worden dat het kunnen aanbieden van 100% strafvermindering voor verdachten van kleine vergrijpen een goed middel kan zijn. Indien de minister haar voorstel zou nuanceren zou dit een goede toevoeging kunnen zijn aan de gereedschapskist van het OM.


[1] V. Bartels & Lengton, ‘Vuist tegen narcoterreur. Minister wil volledige straf kroongetuige schrappen’, De Telegraaf 4 november 2022.

[2] Zie bijv. Kamerstukken II 1998/99, 26294, nr. 3, p. 3-4.

[3] J. Crijs, M. Dubelaar & K. Pitcher, ‘Overgeleverd aan de wolven? De toekomst van de kroongetuige in het Nederlandse strafproces’, NJB 2018/1099, par. 1.

[4] T.A. de Roos, ‘Daar is hij weer, de kroongetuige!’, NJB 2007.

[5] J. Crijs, M. Dubelaar & K. Pitcher, ‘Overgeleverd aan de wolven? De toekomst van de kroongetuige in het Nederlandse strafproces’, NJB 2018/1099, par. 4.