Rechtbank Amsterdam maakt zich zorgen om rechtsstaat Polen

Door Lisa Drosten

Nederland maakt zich ernstige zorgen over de Poolse rechtstaat en de kans op een eerlijk proces in Polen. De onafhankelijkheid van de rechters zou onder druk staan in dat land. Dit kan gevolgen hebben voor de overlevering van verdachten aan Polen. Donderdag 6 en vrijdag 7 december worden 13 zaken behandeld in Amsterdam waarin beslist moet worden of de verdachten overgeleverd moeten worden aan Polen. (1)

Krachtens artikel 1 sub a Overleveringswet wordt onder overlevering verstaan: ‘de terbeschikkingstelling van een persoon door de justitiële autoriteiten van de ene lidstaat aan de justitiële autoriteiten van een andere lidstaat van de Europese Unie ten behoeve van hetzij een in die andere lidstaat tegen hem gericht strafrechtelijk onderzoek, hetzij de tenuitvoerlegging van een hem opgelegde vrijheidsbenemende straf of maatregel’.

Overlevering is het belangrijkste rechtsinstrument geworden voor de terbeschikkingstelling van personen door Nederland aan andere staten ter executie van een opgelegde straf of ter vervolging.

De Nederlandse Overleveringswet is de implementatie van het Kaderbesluit van de Raad van de Europese Unie van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten (KEAB = Kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel). Kaderbesluiten worden sinds het verdrag van Lissabon 2009 niet meer tot stand gebracht, maar blijven wel hun werking houden. Kaderbesluiten zijn verbindend voor de lidstaten ten aanzien van het te bereiken resultaat maar de nationale instanties kunnen zelf de middelen kiezen om het resultaat te bereiken. Kaderbesluiten hebben geen rechtstreekse werking volgens artikel 34 lid 2 sub b (oud) VEU, dus indien er verschillen zijn tussen de Overleveringswet en het KEAB, gaat de Overleveringswet voor. (2)

De rechtbank Amsterdam is bevoegd om te beslissen over de toelaatbaarheid van de overlevering. Dit is te vinden in artikel 22 lid 1 jo artikel 1 sub g Overleveringswet. De rechtbank Amsterdam is de Nederlandse uitvoerende justitiële autoriteit waar in artikel 1 sub a Overleveringswet over gesproken wordt. De overlevering wordt door de officier van justitie uitgevoerd wanneer deze is toegestaan volgens de rechtbank, volgens artikel 35 lid 1 Overleveringswet. (3)

De onafhankelijkheid van de rechter valt onder het recht op een eerlijk proces, zoals neergelegd in artikel 6 van het EVRM. In artikel 11 van de Overleveringswet wordt bepaald dat overlevering niet toegestaan wordt in gevallen waarin de rechtbank van oordeel is dat een op feiten en omstandigheden gegrond vermoeden bestaat dat de inwilliging van het overleveringsverzoek zou leiden tot een flagrante schending van fundamentele rechten van de opgeëiste persoon zoals deze gewaarborgd zijn in het EVRM. Op het moment dat er grote twijfel is over de onafhankelijkheid van de rechter levert dit mijns inziens dus een grond op om de overlevering te weigeren in verband met een dreigende schending van mensenrechten. (4)

(1) https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/brief-poolse-rechter-bevestigt-zorg-amsterdamse-rechtbank-om-rechtsstaat-polen-de-onafhankelijkheid-van-rechters-staat-onder-druk-~b8bf4154/

(2) https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=celex%3A32002F0584

(3) van Elst & van Sliedregt, p. 250.

(4) van Elst & van Sliedregt, p. 318.